We zien het vaak dat een ondernemer bepaalde mogelijkheden verwacht op een perceel, vanwege informatie van de gemeente, waarna het toch anders blijkt te zijn…Soms is dat buitengewoon vervelend, bijvoorbeeld als er investeringen zijn gedaan waarna blijkt dat er toch geen vergunning werd gegeven voor die uitbreiding.
In procedures hierover gaat het dan vaak over het vertrouwensbeginsel: een bestuursorgaan moet betrouwbaar zijn. Dat betekent ook dat een vergunning die duidelijk en concreet is toegezegd, door een bevoegd persoon, in principe ook verleend zou moeten worden (hoewel eventuele derdenbelangen natuurlijk nog wel steeds meegewogen moeten worden).
Toezegging niet concreet of duidelijk
De jurisprudentie hierover was jarenlang echter streng: de rechter vond zo’n toezegging meestal niet concreet of duidelijk genoeg, of deze was niet van een bevoegd ambtenaar afkomstig. Dit voorjaar heeft de Afdeling echter een uitspraak gewezen waarin meer ruimte is voor het vertrouwensbeginsel.
Maar het geldt dus nog steeds dat u niet blind kunt afgaan op een toezegging van het College dat het bestemmingsplan zal worden gewijzigd omdat dit meestal een bevoegdheid is van de gemeenteraad.
Bestemmingsplan
Het bovenstaande is bestuursrecht. Laatst verscheen ook nog een interessante uitspraak over mededelingen van de gemeente in civielrechtelijk verband: de gemeente verkocht een perceel en deed daarbij mededelingen over de bestemmingsmogelijkheden. Later bleek dat het bestemmingsplan anders was komen te luiden, waardoor de koper er veel minder mee kon. Was de gemeente als verkoper daarvoor nu aansprakelijk?
Normaal gesproken geldt van bestemmingsmogelijkheden dat de koper die zelf moet onderzoeken. Maar in dit geval oordeelde de rechter dat op de gemeente een extra zware mededelingsplicht rustte om hierover correcte inlichtingen te verstrekken! Lees ook: Hoe zwaar weegt mededelingsplicht verkopende gemeente?
Een blog van Jaco van der Brink, advocaat bij BVD Advocaten.