WAB komt eraan, bent u voorbereid? Deel 3: WW-premiedifferentiatie

WAB komt eraan, bent u voorbereid? Deel 3: WW-premiedifferentiatie

Op 1 januari treedt de Wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB) in werking. Het doel van de wet is om vaste contracten minder vast te maken en flexibele contracten minder flex en zo vaste contracten aantrekkelijker te maken. Of dat doel gehaald wordt valt te bezien, maar dat de wet grote gevolgen zal hebben voor het arbeidsrecht staat wel vast. Dit is het derde deel van een serie over de WAB, zodat u straks goed voorbereid het nieuwe jaar in kan. Deze keer gaat het over WW-premiedifferentiatie.

In een poging om vaste contracten te stimuleren wordt bij flexibele contracten per 1 januari een hogere WW-premie geheven dan bij vaste contracten. Tot nu toe is de premie sectorspecifiek, maar dat onderscheid verandert naar contractsduurspecifiek of contractsaardspecifiek.

De hoofdregel wordt dat alleen bij vaste contracten, met een vaste arbeidsomvang de lage premie geldt. Op die hoofdregel zijn 3 uitzonderingen. De hoogte van de premies zal 2,94% voor de lage premie en 7,94% voor de hoge premie. Het kostenverschil maakt dat het verstandig kan zijn om sommige flexibele contracten nog eens tegen het licht te houden.

Vast contract en overige contracten

De lage premie geldt dus bij vaste contracten met een vast aantal uren. De wetgever verstaat daaronder: iedere schriftelijke door beide partijen ondertekende en gedagtekende arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd die de omvang van de te verrichten arbeid eenduidig vastlegt.

Voor alle andere contracten geldt de hoge premie. Het gaat dan dus om zowel alle tijdelijke contracten, als ook min-/maxcontracten en nulurencontracten op vaste basis. Met de erbijbaners en tussenbaners krijgt u er dus mee te maken.

Herziening

De hoge premie kan met terugwerkende kracht worden geheven als een vast contract achteraf niet zo vast bleek te zijn. Dat is het geval in twee situaties:

  • De arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd wordt in de proeftijd (binnen 2 maanden na aanvang) beëindigd;
  • De werknemer krijgt binnen één kalenderjaar meer dan 30% uren verloond, dan contractueel voor dat jaar is overeengekomen. Oftewel, als de werknemer voor een flink te laag aantal uren een vast contract heeft gekregen. Uitgezonderd is de situatie waarin er 35 of meer uren per week zijn overeengekomen. Dit zal bijvoorbeeld kunnen voorkomen als een medewerker met een 2-12 contract een vast contract wordt gegeven van bijvoorbeeld 8 uur, maar dat deze in de praktijk vaak 12 uur wordt ingezet.

Drie uitzonderingen

Er zijn twee uitzonderingen op de hoge WW-premie en één op de lage WW-premie. BBL’ers en werknemers onder de 21 jaar die minder dan 48 uur per 4 weken of 52 uur per maand werkzaam zijn vallen ongeacht hun contractsvorm onder de lage premie. Let op dat het bij die 48 of 52 uur gaat om de verloonde uren. Dat wil zeggen de daadwerkelijk uitbetaalde uren.

Wanneer er sprake is van een all-in loon zal de 48 of 52 eerder gehaald worden, omdat de toeslag voor verlofuren bijvoorbeeld ook meetelt voor het aantal verloonde uren. Gaat een werknemer daar overheen dan geldt voor die maand of periode de hoge premie. Aangezien erbijbaners doorgaans all-in verloond worden is dat iets om goed in de gaten te houden.

Oproepkrachten die niet onder de 21-min of BBL uitzondering vallen, worden ongeacht of ze een tijdelijk of vast contract hebben onder de hoge premie geschaard. Onder oproepkrachten vallen per 1 januari werknemers met een nulurencontract, een min-/maxcontract of een arbeidsovereenkomst waarbij op basis van de wet voor sommige situaties de loondoorbetalingsverplichting is uitgesloten.

Per aangiftetijdvak

Aangezien de premie wordt bepaald per eerste dag van het aangiftetijdvak wordt iedere maand/periode opnieuw bepaald of aan de voorwaarden van de lage premie wordt voldaan. Wordt een werknemer tijdens het aangiftetijdvak 21 jaar, stopt deze met zijn BBL-opleiding of gaat een contract voor onbepaalde tijd met een vaste uren omvang over in een flexibele urenomvang of een oproepovereenkomst dan geldt voor dat aangiftetijdvak nog de lage premie.

Per arbeidsovereenkomst

Het is mogelijk om met een medewerker twee arbeidsovereenkomsten te sluiten. Een voor onbepaalde tijd en met een vaste urenomvang en een nulurencontract of een 2-12 contract.  De eerste overeenkomst valt dan in principe onder de lage premie, de tweede onder de hoge. Let wel op dat de situatie niet onder de herzieningsgrond valt. Stel dat u de werknemer 20 uur per week op basis van het vaste contract laat werken en doorgaans 8 uur op basis van het nulurencontract of 2-12 contract dan zal u op jaarbasis boven de 30% uitkomen en valt het vaste contract achteraf toch onder de hoge premie.

Bewijs en controle

Arnold Vedder

Naast dat u moet voldoen aan de voorwaarden om in aanmerking te komen voor de lage premie, moet u dat ook kunnen bewijzen. Het is nodig dat u in de loonadministratie een aantal gegevens opneemt:

  • Een afschrift van een door beide partijen ondertekende en gedagtekende Dat is ook het geval bij de BBL’er en de 21-minner.
  • Een loonstrook waarin naast de gebruikelijke gegevens is opgenomen: de overeengekomen arbeidsduur, of er sprake is van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd die schriftelijk is aangegaan, en of er sprake is van een oproepovereenkomst.

Stel dat u een medewerker met een schriftelijk, ondertekend en gedagtekend flexibel contract een aanbod voor een vast contract met vaste omvang doet, bijvoorbeeld in een aanzegbrief. Dan is het belangrijk dat er wel een door beide partijen ondertekend en gedagtekend document komt. Anders vist u alsnog achter het lage-premie-net en dat zou zonde zijn.

Een blog van Arnold Vedder, advocaat bij BVD Advocaten.

Lees ook over de WAB:

Laura Crowley, manager van de Nederlandse vestiging van Bord Bia: ‘Ons doel is om dit kwaliteitsvlees ook betaalbaar en beschikbaar te maken voor de consument.’

Bord Bia partner voor impact in het vleesschap

Kleinschalige productie kan een grote rol spelen in een kwalitatief hoogwaardig assortiment. Om Nederlandse retailers in contact te brengen met een groot arsenaal aan groot- en kleinschalige leveranciers in Ierland is er Bord Bia, de Irish Food Board. Dankzij deze samenwerking kunnen retailers optimaal profiteren van de kwaliteiten van de Ierse landbouw en ontstaat er een beter assortiment in het Nederlandse schap.

Ashkan Danaei, Sales Director bij Tetra Pak: 'De Nederlandse voedingsindustrie staat voor drie grote uitdagingen.'

Zo blijf je als retailer concurrerend

Toenemende internationale concurrentie, stijgende kosten door inflatie en de noodzaak om over te stappen naar een circulaire economie. Hoe kunnen retailers in deze veranderende markt hun positie versterken? Ashkan Danaei, Sales Director bij Tetra Pak, legt uit hoe bedrijven het hoofd kunnen bieden aan deze uitdagingen door te focussen op innovatie.

Shopopop maakt gebruik van bestaande verplaatsingen en voertuigen om boodschappen te bezorgen.

Je buurman als bezorger? Shopopop maakt het mogelijk

Stel je voor: je boodschappen worden dezelfde dag nog bezorgd, niet door een anonieme koerier, maar door je eigen buurman of buurvrouw. 'Door gebruik te maken van de bestaande routes van particuliere bezorgers kunnen we de laatste kilometers flexibeler, duurzamer en socialer maken', zegt Sacha Buyck, countrymanager Benelux.

Kola met een K pakt de aandacht in het craft soda schap

Kola met een K pakt de aandacht in het craft soda schap

Hoe verover je als relatief nieuw merk je plekje in het boodschappenmandje? Natuurlijk met een onderscheidende smaak, maar ook met een unieke uitstraling en een aansprekend verhaal. Fritz-kola heeft de ingrediënten in huis om de bewuste consument van deze tijd voor zich te winnen en daar kunnen supermarkten van profiteren.

Mijn artikeloverzicht kan alleen gebruikt worden als je bent ingelogd.