Houben blikt terug: ‘Het was een enerverend jaar. Met veel dynamiek, zowel intern als extern. Grondstofprijsstijgingen en de impact hiervan op de markt zorgden ervoor dat we continu de koers moesten bijstellen in de samenwerking met onze klanten, dat vergt best wat van een organisatie. Nu de prijzen weer langzaam beginnen te stabiliseren, is het zaak om de volumes weer de positieve kant op te krijgen.’
Uniek samenwerkingsmodel
Vergeleken met veel andere Europese landen heeft Nederland een uniek samenwerkingsmodel, ervaart Houben. ‘Natuurlijk, vanwege de druk op de retail bevinden we ons momenteel op een moeilijk vertrekpunt in het toewerken naar er samen goed uitkomen. Maar het scheelt hierin enorm dat we elkaar altijd wel iéts gunnen. Andere landen – Duitsland bijvoorbeeld – kenmerken zich door een meer transactionele relatie tussen retail en fabrikanten. Een relatie die uiteindelijk nadeliger uitpakt voor de consument, die minder variatie en activatie zal zien op de winkelvloer en veel minder promoties. In Nederland hebben we een veel constructievere samenwerking.’
Merkinvesteringen
In het zoveel mogelijk betaalbaar houden van de consumentenprijzen heeft Unilever ervoor gekozen om niet alle prijsstijgingen door te berekenen, vertelt Houben. ‘We zijn daar echt wel selectief mee geweest omdat we ons natuurlijk zeer bewust zijn van de druk die consumenten op dit moment voelen.’
De gevolgen van inflatie zijn in Europa nog voelbaarder dan in veel andere delen van de wereld en als gevolg hiervan liggen de winstmarges van Unilever in Europa ver beneden het wereldwijde Unilever-gemiddelde, voegt hij toe. Daarnaast is het concern kritisch geweest op promoties en marketing. ‘In sommige segmenten hebben we er bewust voor gekozen om minder te investeren, in andere segmenten hebben we juist wél beslist om promoties en marketinginvesteringen achter de merken in te zetten.
Besparing van 200.000 kilo plastic per jaar
De kwartaalcijfers laten uiteindelijk zien dat met name de divisies Ice Cream en Nutrition geraakt werden door de economische situatie, vertelt Houben. ‘Andere categorieën daarentegen, hebben het wel weer goed gedaan dit jaar. Onder meer door het bieden van relevante innovaties, zoals de microtechnologie in Dove, Rexona en Axe, waarmee consumenten nog beter beschermd zijn tegen transpiratie en nare geurtjes. De verpakkingen zijn bovendien compacter geworden, waardoor de impact op het milieu kleiner is.’
Ook in was- en vaatwasmiddelen heeft Unilever relevante innovaties gebracht. ‘Zoals de 100 procent oplosbare Robijn Wasmiddeldoekjes in plasticvrije verpakking. Een zeer succesvolle introductie, waar we het komende jaar verder op gaan bouwen. Of de wasmiddelcapsules van Robijn die nu verkrijgbaar zijn in een recyclebare kartonnen verpakking. Hiermee besparen we elk jaar ongeveer 200.000 kilo plastic.’
De meeste impact
Naar de toekomst toe gaat Unilever de technologische mogelijkheden en platforms nog effectiever en breder inzetten. De genoemde microtechnologie in deodoranten is daar een voorbeeld van, vertelt Houben. ‘Die passen we toe op Rexona, Dove en Axe. Maar je ziet het ook in de eco-designtechnologie, die zorgt voor betere reiniging in zowel wasmiddelen als vaatwasmiddel. Investeren in R&D blijft ongelofelijk belangrijk, maar we gaan nog kritischer kijken naar de ontwikkeling van nieuwe producten, productvoordelen en -formaten, om echt onderscheidend te kunnen zijn ten opzichte van concurrenten.’
In vergelijking met de afgelopen jaren worden de projecten in aantal kleiner, maar qua impact vele malen groter, verduidelijkt hij. ‘Zodat we tot wel vijfmaal zoveel innovatie-impact bereiken ten opzichte van de impact in 2020.’ Waar we de afgelopen jaren meer focusten op programma’s die schaalbaar waren over meerdere jaren, gaan we nu scherper sturen op een kleiner aantal domeinen en hierop versnellen.’
Klimaat, natuur, plastic en levensonderhoud
De aangescherpte duurzaamheidsstrategie stoelt primair op vier pijlers: klimaat, natuur, plastic en levensonderhoud. ‘Op elk van deze gebieden zullen we een nog grotere impact hebben door ons werk op de ‘korte termijn’ te richten.’ Wat echt concrete vooruitgang betekent, benadrukt hij. ‘Kwartaal na kwartaal, jaar na jaar. Natuurlijk houden we nog steeds doelstellingen voor de lange termijn, bijvoorbeeld net zero in 2039, maar we zullen nu veel duidelijker zijn over de kortetermijnacties om daar te komen.’
Geen fossiele brandstoffen meer
Eén van die doelstellingen, zo niet het grootste, is volledig afstappen van het gebruik van fossiele brandstoffen. ‘We streven ernaar om tegen 2030 honderd procent van de koolstof uit fossiele brandstoffen in onze Home Care-formuleringen te vervangen door hernieuwbare of gerecyclede.’ De chemicaliën die worden gebruikt in de schoonmaak- en wasproducten, verklaart Houben, ‘zijn verantwoordelijk voor een groot deel van de ecologische voetafdruk van alle Unilever-producten. Daarom werkt onze R&D-divisie er hard aan om het portfolio fossielvrij te maken.’
Zonuren in Spanje
Dagelijks staat Unilever wereldwijd met zo’n 3,4 miljard consumenten in contact. Houben: ‘Met onze voedingsmerken spelen we dan ook een leidende rol in de eiwittransitie, dat beseffen we heel goed.’ Aan de transitie naar meer plantaardige voedingsmiddelen is onlosmakelijk regeneratieve landbouw gekoppeld: bodemherstel en -behoud. Wanneer dit topic wordt aangehaald, krijgt hij regelmatig de vraag of alle ingrediënten die het concern gebruikt dan niet beter dichtbij kunnen worden geteeld. Het antwoord hierop is ‘nee’, verklaart hij. ‘Omdat juist deze producten van invloed zijn op de smaak. Neem de tomaten die we gebruiken in onze soepen en sauzen; die smaken door de vele zonuren in Spanje echt anders.’
Negen actieve projecten
Ruim 80 procent van de tomaten die Unilever in Nederland gebruikt, in onder meer Unox en Knorr, komen dan ook uit de Spaanse regio Badajoz. ‘We ondersteunen de boeren hier, zodat zij hun gewassen kunnen beschermen tegen de effecten van minder neerslag en uitgeputte ondergrondse watervoorraden, en om de biodiversiteit in het gebied te verbeteren. Door deze projecten zien zij een verlaging van kosten, een vermindering van watergebruik, een vermindering van het gebruik van meststoffen en pesticiden, wat een groot voordeel is voor de bodem en henzelf.’
In totaal heeft Unilever nu negen actieve projecten die zich richten op regeneratieve landbouw, wereldwijd. ‘Deze projecten beslaan in totaal 48.000 hectare soja, rijst, tomaten, uien, knoflook en zuivel in Noord-Amerika, Europa en Zuid-Azië. Tegen het einde van dit jaar willen we zo’n 300.000 hectare betrokken hebben. Tegen 2030 hebben we dit uitgebreid naar ruim honderd programma’s, en dat draagt allemaal bij aan de toezegging van Unilever om 1,5 miljoen hectare land, oceanen en bossen te herstellen en te regenereren.’
‘Kijk, ruik, proef - voor je verspilt’
Unilever heeft zichzelf als doel gesteld om rond 2025 de voedselverspilling gehalveerd te hebben, vanaf de productie tot aan het supermarktschap. ‘Dit kunnen we niet alleen’, benadrukt Houben. ‘Wereldwijd wordt meer dan 30 procent van alle voeding weggegooid. Ruim 10 procent van de verspilling is te herleiden naar een onjuiste interpretatie van de huidige houdbaarheidsinformatie.'
'Samen met initiatieven als Too Good To Go en Foodello, redden we daarom producten die tegen de ‘ten minste houdbaar tot-datum’ (THT) zitten, van de verspilling, door ze goedkoper aan te bieden. Bovendien hebben diverse van onze merken, waaronder Unox, Knorr, Conimex en Hellmans, het ‘kijk, ruik, proef - voor je verspilt’-label op hun verpakkingen geïntroduceerd. Om consumenten er bewust van te maken dat producten vaak nog prima en veilig te gebruiken zijn.’
Foto van restjes in de koelkast
In de strijd tegen voedselverspilling zet Unilever sinds kort ook Artificieel Intelligence (AI) in. ‘Via de Conimex-website kunnen consumenten een foto uploaden van de restjes die ze nog in de koelkast hebben liggen’, vertelt Houben. ‘Op basis daarvan krijgen ze vervolgens een recept waarmee ze die restjes kunnen opmaken.’ Digitale technologieën spelen steeds vaker een rol bij de innovaties van het concern, verklaart de VP. ‘Het samenbrengen van de allerbeste technologie, gegevens en mensen, helpt ons om consumententrends nog sneller te kunnen identificeren en voorspellen.’
Kleine stappen, groot verschil
Ogenschijnlijk kleine stappen kunnen soms een enorm verschil maken, weet Unilever. Zoals het kunnen bewaren op locatie en tijdens transport van ijsjes op -12 graden in plaats van -18. De afgelopen jaren wist de R&D-afdeling van het concern een technologie te ontwikkelen die dit mogelijk maakt.
‘Momenteel is die technologie dusdanig geperfectioneerd’, vertelt Houben, ‘dat ijsjes lekker en stabiel blijven op lagere temperatuur. Per vrieskist levert dit een energiereductie van ruim 25 procent op. Een enorme besparing dus, in zowel CO2-uitstoot als kosten.’ De patenten van de twaalf geherformuleerde ijsrecepten heeft Unilever beschikbaar gesteld om vrij te gebruiken. ‘Om duurzaamheid in de gehele sector een boost te kunnen geven. Wanneer we iets ontwikkelen waarmee je zoveel impact kunt creëren, houden we dat niet voor onszelf.’
Verantwoordelijkheidsgevoel
Uiteindelijk moet het toewerken naar een wereld zonder emissies tenslotte van deze generatie komen, vervolgt Houben. ‘Persoonlijk voel ik dan ook wel de druk om het sneller en beter te doen, moet ik zeggen. Ik heb zelf jonge kinderen, zij moeten ook nog een wereld hebben om in te leven. En dan vooral gezond.’ Dit verantwoordelijkheidsgevoel ziet de VP ook bij collega’s, vertelt hij. ‘Met name bij jonge mensen die bij ons binnenkomen. Bij hen leeft dit nog meer en zij zijn misschien nóg wel kritischer. De drive bij deze generatie om het verschil te maken is vaak belangrijker dan carrièregerichtheid. Dat vind ik mooi en dat hebben we ook nodig om te kunnen accelereren.’
Belangen afwegen
Tegelijkertijd moet er wél een bedrijf blijven draaien, vervolgt Houben nuchter. ‘Om letterlijk en figuurlijk gezond voort te kunnen bestaan, is het dan ook een kwestie van de juiste afwegingen maken. Tussen bedrijfsbelangen, duurzaamheidsbelangen en sociaal-maatschappelijke – daar balanceren we continu mee. Sommige dingen kunnen gewoon niet sneller, dat moet je accepteren. Maar juist door continu die kritische afwegingen te maken, kun je op andere vlakken weer wél die versnelling inzetten en die impact maken. Dat voelen we allemaal en dat motiveert.’
Externe expertise
Al met al genoeg uitdagingen om mee te kampen. Om in toch al woelige tijden goed te blijven functioneren, probeert Houben zo goed mogelijk voor zichzelf te blijven zorgen, vertelt hij. ‘En te blijven relativeren. Dit vertel ik mijn medewerkers ook zoveel mogelijk. Uiteindelijk heeft iedereen een aandeel in het op een gezonde manier ontwikkelen en verkopen van onze producten en samen groeien we.’ En durf ‘nee’ te zeggen als je het niet weet, vindt de VP. ‘Dat doen we als bedrijf ook. Wanneer we in-house kennis missen, schakelen wij eveneens externe expertise in om sneller, grotere stappen te kunnen zetten. Uiteindelijk is het de kunst om samen te blijven leren en ontwikkelen, om het vervolgens nóg beter te kunnen doen.’
Dit artikel is gesponsord door Unilever.